Boom in de stad

Boom in de stad
Zomereik of Hollandse Linde ... Noorderplantsoen, Hoorn

woensdag 14 januari 2015

Afscheid vleugelnoot


Afscheid van mijn gewone vleugelnoot ofwel de Kaukasische vleugelnoot

Na een jaar deze boom gevolgd te hebben maak ik mijn laatste ‘boomblog in de stad’ voor het IVN. Ik heb nog eens fijn alle feitjes over de boom op een rij gezet voor de liefhebber.


De vleugelnoot  is een subtropische boomsoort uit Azië. In het Vroeg-Pleistoceen (2,6 miljoen jaar geleden) was het in ons land zo warm dat de vleugelnoot zich hier ook thuis voelde. De boom kwam voor langs rivieroevers. Fossiele zaden in kleiresten bewijzen dat de boomsoort destijds veel in ons land voorkwam. Behalve van de vleugelnoot bevat de klei ook veel resten van andere loofbomen.  Kenmerkend voor de vleugelnoot zijn de vruchten, die in lange slierten naar beneden hangen. De boom dankt zijn naam aan deze gevleugelde vruchten. Door de vleugels kunnen ze op de wind meevliegen en ver van de ouderboom verspreid raken. In het Vroeg- Pleistoceen bestond Nederland uit uitgestrekte loofbossen met veel boomsoorten die aangepast waren aan een gematigd klimaat, zoals eik en iep. Toen in het Midden-Pleistoceen (150.000 jaar geleden) de ijstijden begonnen werd het te koud voor deze warmte minnende vleugelnoot en verdween hij uit ons land.
 
  



Tegenwoordig zijn vleugelnoten vaak in parken aangeplant, zo ook mijn gewone vleugelnoot ofwel Kaukasische vleugelnoot, die staat in het Noorderplantsoen in Hoorn. Om hem heen staan Hollandse Linden, een zomereik, Koningslinden en nog enkele andere soo  rten.

Het geslacht Pterocarya, waartoe de vleugelnoot behoort, omvat tien soorten. De soorten zijn inheems in China, Japan en de Kaukakus. Pterocarya limburgensis, bij opgravingen gevonden in Tegelen, is de enige vleugelnoot die van nature in Nederland voorkwam. Deze soort lijkt op de gecultiveerde variant van de Kaukasische vleugelnoot (P. fraxinifolia) is redelijk winterhard en is in Nederland veel aangeplant in stadsparken vanwege zijn mooie wijduitstaande kroon. De Chinese (P. stenoptera) en de Japanse vleugelnoot (P. rhoifolia) zijn bij ons niet winterhard. Volgens de monumentenlijst van de gemeente Hoorn is mijn gewone vleugelnoot een Pterocarya fraxinifolia. Mijn gewone vleugelnoot is ook een Kaukasische vleugelnoot. Hij valt onder de okkernootfamilie. Veel leden van de okkernootfamilie hebben zich gespecialiseerd in windverspreiding van de zaden. 


De vleugelnoot is een bladverliezende loofboom die tot 25 meter hoog kan worden. De stam heeft een karakteristieke grijsbruine schors met zeer ruwe ribbels. Hoe ouder de boom, hoe meer van deze kurklijsten er op de stam en takken zijn. De stam is vaak vrij kort, de takken groeien al op geringe hoogte en vormen een dichte, koepelvormige kroon. Er valt bijna geen licht door dit dichte bladerdek en hierdoor kunnen er maar weinig andere planten onder groeien. Zo schakelt de boom concurrenten uit.



De bladeren van de vleugelnoot zijn groot en veernervig met 15-21 langwerpige deelblaadjes. In de herfst kleuren ze heldergeel en vallen ze af. In april draagt de boom bloemen in de vorm van katjes. De vleugelnoot is eenhuizig: mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten aan dezelfde boom. De mannelijke katjes zijn dik en groen en 7,5- 12 cm lang, de vrouwelijke zijn langer, de bloemen staan meer verspreid en hebben rode stijlen. Deze zijn de hele zomer opvallend aanwezig. Na de bevruchting zwellen de vrouwelijke katjes op en worden de vruchten zichtbaar. Dit zijn de kleine, groene noten met aan beide kanten vleugeltjes. De noten hangen aan 30 cm lange slierten. Wanneer ze drogen, worden ze bruin en lichter zodat ze makkelijk op de wind meevliegen. De noten van de vleugelnoot zijn niet eetbaar, in tegenstelling tot die van de verwant de walnoot.

Kenmerkend voor de vleugelnoot is dat hij veel worteluitlopers ontwikkelt. In het Noorderplantsoen staat mijn boom solitair in het centrum van een wandelpad van en naar het centraal station van Hoorn en het centrum. De wortels vormen een golvend tapijt van trottoirtegels rondom de boom. Als deze niet worden gemaaid, groeien er al snel veel nieuwe vleugelnoten in de nabije omgeving van de volwassen boom. De gevleugelde noten worden door de wind verspreid. Als de boom aan het water staat, kunnen de zaden ook door het water getransporteerd worden. 


Helaas is het nog geen echte winter geweest met sneeuw, ijzel en prachtige blauwe luchten waar tegen de boom mooi afsteekt op een foto. Daarom eindig ik met een foto van de boom in het donker, want hij blijft herkenbaar met zijn grote gestalte.



Syl Bajema

Geen opmerkingen:

Een reactie posten