Afscheid van mijn gewone vleugelnoot ofwel de Kaukasische vleugelnoot
Na een jaar deze boom gevolgd te hebben maak ik mijn laatste
‘boomblog in de stad’ voor het IVN. Ik heb nog eens fijn alle feitjes over de
boom op een rij gezet voor de liefhebber.
De vleugelnoot is een subtropische boomsoort uit Azië.
In het Vroeg-Pleistoceen (2,6 miljoen jaar geleden) was het in ons land zo warm
dat de vleugelnoot zich hier ook thuis voelde. De boom kwam voor langs
rivieroevers. Fossiele zaden in kleiresten bewijzen dat de boomsoort destijds
veel in ons land voorkwam. Behalve van de vleugelnoot bevat de klei ook veel
resten van andere loofbomen. Kenmerkend voor de vleugelnoot zijn
de vruchten, die in lange slierten naar beneden hangen. De boom dankt zijn
naam aan deze gevleugelde vruchten. Door de vleugels kunnen ze op de wind
meevliegen en ver van de ouderboom verspreid raken. In het Vroeg- Pleistoceen
bestond Nederland uit uitgestrekte loofbossen met veel boomsoorten die
aangepast waren aan een gematigd klimaat, zoals eik en iep. Toen in het
Midden-Pleistoceen (150.000 jaar geleden) de ijstijden begonnen werd het te
koud voor deze warmte minnende vleugelnoot en verdween hij uit ons land.
Tegenwoordig zijn vleugelnoten vaak in parken aangeplant, zo ook mijn gewone vleugelnoot
ofwel Kaukasische vleugelnoot, die staat in het Noorderplantsoen in Hoorn. Om
hem heen staan Hollandse Linden, een zomereik, Koningslinden en nog enkele
andere soo rten.
Het geslacht Pterocarya, waartoe de vleugelnoot behoort, omvat tien soorten. De soorten zijn inheems in China, Japan en de Kaukakus. Pterocarya limburgensis, bij opgravingen gevonden in Tegelen, is de enige vleugelnoot die van nature in Nederland voorkwam. Deze soort lijkt op de gecultiveerde variant van de Kaukasische vleugelnoot (P. fraxinifolia) is redelijk winterhard en is in Nederland veel aangeplant in stadsparken vanwege zijn mooie wijduitstaande kroon. De Chinese (P. stenoptera) en de Japanse vleugelnoot (P. rhoifolia) zijn bij ons niet winterhard. Volgens de monumentenlijst van de gemeente Hoorn is mijn gewone vleugelnoot een Pterocarya fraxinifolia. Mijn gewone vleugelnoot is ook een Kaukasische vleugelnoot. Hij valt onder de okkernootfamilie. Veel leden van de okkernootfamilie hebben zich gespecialiseerd in windverspreiding van de zaden.
De vleugelnoot is een bladverliezende loofboom
die tot 25 meter hoog kan worden. De stam heeft een karakteristieke
grijsbruine schors met zeer ruwe ribbels. Hoe ouder de boom, hoe meer van deze
kurklijsten er op de stam en takken zijn. De stam is vaak vrij kort, de takken
groeien al op geringe hoogte en vormen een dichte, koepelvormige kroon. Er valt
bijna geen licht door dit dichte bladerdek en hierdoor kunnen er maar weinig
andere planten onder groeien. Zo schakelt de boom concurrenten uit.
De bladeren van de vleugelnoot zijn groot en
veernervig met 15-21 langwerpige deelblaadjes. In de herfst kleuren ze
heldergeel en vallen ze af. In april draagt de boom bloemen in de vorm van
katjes. De vleugelnoot is eenhuizig: mannelijke en vrouwelijke bloemen
zitten aan dezelfde boom. De mannelijke katjes zijn dik en groen en 7,5- 12 cm
lang, de vrouwelijke zijn langer, de bloemen staan meer verspreid en
hebben rode stijlen. Deze zijn de hele zomer opvallend aanwezig. Na de
bevruchting zwellen de vrouwelijke katjes op en worden de vruchten zichtbaar.
Dit zijn de kleine, groene noten met aan beide kanten vleugeltjes. De noten
hangen aan 30 cm lange slierten. Wanneer ze drogen, worden ze bruin en lichter
zodat ze makkelijk op de wind meevliegen. De noten van de vleugelnoot zijn niet
eetbaar, in tegenstelling tot die van de verwant de walnoot.
Kenmerkend voor de vleugelnoot is dat hij veel
worteluitlopers ontwikkelt. In het Noorderplantsoen staat mijn boom solitair
in het centrum van een wandelpad van en naar het centraal station van Hoorn
en het centrum. De wortels vormen een golvend tapijt van trottoirtegels
rondom de boom. Als deze niet worden gemaaid, groeien er al snel veel nieuwe
vleugelnoten in de nabije omgeving van de volwassen boom. De gevleugelde
noten worden door de wind verspreid. Als de boom aan het water
staat, kunnen de zaden ook door het water getransporteerd worden.
Helaas is het nog geen echte winter geweest met
sneeuw, ijzel en prachtige blauwe luchten waar tegen de boom mooi afsteekt op
een foto. Daarom eindig ik met een foto van de boom in het donker, want hij blijft
herkenbaar met zijn grote gestalte.
Syl Bajema
|